Dhammapada hoofdstuk 2 — Waakzaamheid
Appamada vagga
Dhammapada 21-32
021. Oplettendheid is het onsterfelijke pad, onoplettendheid is het pad naar de dood. Zij die oplettend zijn sterven niet, maar de onoplettenden zijn zoals de dood.
appamado amatapadam pamado maccuno padam appamatta na miyanti ye pamatta yatha mata
Het pad naar het onsterfelijke is het altijd blijvende gewaarzijn van ervaring. Het doodloze impliceert niet een fysieke staat waar het lichaam niet kan sterven. Wanneer een individu het proces van ervaring totaal gewaar wordt, is hij bevrijd van de continuïteit van het bestaan (samsara). Zij die dat gewaarzijn niet hebben zijn zoals de dood, zelfs al zijn zij fysiek in leven.
022. De wijzen die dit herkennen als het kenmerk van oplettendheid, scheppen behagen in de sferen van de Edelen en verheugen zich in oplettendheid.
etam visesato natva appamadamhi pandita appamade pamodanti ariyanam gocare rata
Zij die werkelijk wijs zijn, zijn zich in het bijzonder gewaar van de noodzakelijkheid van oplettendheid. Zij beleven voldoening in oplettendheid. Zij beleven er plezier aan zich bezig te houden met oplettendheid omdat dat de regio is van het bovennormale.
023. Volhardend mediteren zij, voortdurend streven zij krachtig. De standvastigen bereiken Nibbana, de Onovertrefbare Veiligheid van banden.
te jhayino satatika niccam dalhaparakkama phusanti dhira nibbanam yogakkhemam anuttaram
De wijze personen die standvastig mediteren, bereiken een niveau van begrip dat hen in staat stelt om Nibbana te ervaren. Die wijze personen die onophoudelijk doorgaan in hun meditatiebeoefening, sterk en volhardend, ervaren Nibbana: de meest verheven veiligheid (daarom bevrijding) van alle banden (yoga).
024. Volhardend en indachtig, zuiver in handelingen, zorgvuldig in alle activiteiten, een rechtschapen leven leidend; voor zulk een oplettend persoon neemt de glorie toe.
utthanavato satimato sucikammassa nisammakarino sannatassa ca dhammajivino appamattassa yaso 'bhivaddhati
Als een persoon volhardend is en zijn aandacht goed naar zichzelf richt, als zijn lichamelijke en mentale acties onberispelijk zijn, als hij beheerst is en als hij leeft in overeenstemming met de Dhamma en verstandig is, dan zal zijn glorie toenemen.
025. Door vastberadenheid en indachtigheid, door beteugeling en zelfbeheersing, maakt degene die wijs is een eiland voor zich dat geen vloedgolf kan overspoelen.
utthanen 'appamadena saññamena damena ca dipam kayiratha medhavi yam ogho nabhikirati
De hele wereld is vol met bezoedelingen (asava). De zintuiglijke objecten behelzen een enorm groot gebied en zijn als een krachtige vloedgolf (ogha). Maar de wijze persoon bouwt vastberaden voor zichzelf een eiland dat door die krachtige vloedgolven niet kan worden weggespoeld. Het eiland is gebouwd met vastberadenheid, indachtigheid, beteugeling en zelfbeheersing. Wanneer hij zich onwankelbaar op dat eiland heeft gevestigd, is er geen enkele vloedgolf die zulk een wijze persoon nog kan wegspoelen.
026. Dwaze mensen met weinig verstand, doen zich tegoed aan onoplettendheid. Maar hij die wijs is, behoedt oplettendheid en koestert dat als een grote schat.
pamadamanuyuñjanti bala dummedhino jana appamadañca medhavi dhanam settham'va rakkathi
Zij die dwaas en onzorgvuldig zijn, doen zich tegoed aan onoplettendheid. Maar de wijze koestert oplettendheid als een grote schat. Dwaze mensen leven een leven dat vol met zintuiglijke plezieren is. Zij doen zich tegoed aan activiteiten die in het geheel niet strekken tot spirituele voortgang. Om wereldse aanwinst te verwerven hebben mensen rijkdom nodig. Op dezelfde manier hebben wij, om hoge spirituele aanwinst te verwerven, rijkdom nodig. Maar die rijkdom is oplettendheid.
027. Geef niet toe aan onoplettendheid! Vermijd (de begeerte naar) zintuiglijke plezieren! De oplettende en contemplatieve persoon verwerft een overvloed aan zegen.
ma pamadamanuyuñjetha ma kamaratisanthavam appamatto hi jhayanto pappoti vipulam sukham
Doe je niet tegoed aan onoplettendheid. Vermijd de begeerte naar zintuiglijke plezieren, wat hun aard ook is. De indachtige persoon is kalm van geest. Hij zal grote zegen verwerven.
028. Wanneer een wijs mens onoplettendheid door oplettendheid heeft verdreven, de toren van wijsheid standvastig heeft beklommen, overziet hij, vrij van verdriet, de massa. Hij kijkt op het verdrietige volk neer, zoals een man op de top van een berg neerkijkt op hen die beneden zijn.
pamadam appamadena yada nudati pandito paññapasadamaruyha asoko sokinim pajam pabbatattho'va bhummatthe dhiro bale avekkhati
De wijze persoon is altijd indachtig. Door deze alertheid verwerpt hij de manieren van hen die vadsig zijn. De wijze persoon beklimt de toren van wijsheid. Wanneer hij eenmaal die hoogte (van wijsheid) heeft bereikt, is hij bekwaam om de verdrietige massa te bekijken, zonder zelf verdrietig te zijn. Onthecht en kalm, bekijkt hij de massa zoals een persoon boven op de top van een berg de grond beneden hem overziet.
029. Onder de onoplettenden, oplettend. Onder de slapenden, klaarwakker. Zoals een snel paard een zwak paard achterlaat, zo wint ook degene met vlekkeloze wijsheid.
appamatto pamattesu suttesu bahujagaro abalassam'va sighasso hitva yati sumedhaso
De bijzonder wijze persoon van diepe wijsheid, is altijd alert en indachtig. Daarom is hij als een klaarwakkere persoon onder hen die in diepe slaap zijn. Die wijze persoon die in het bezit is van verheven inzicht, haalt in spiritueel opzicht alle individuen van het gewone volk in, zoals een snel paard makkelijk een zwak paard inhaalt.
030. Oplettendheid wordt altijd door de wijzen geprezen, onoplettendheid wordt altijd afgekeurd. Door oplettendheid verwierf Magha het leiderschap over de deva's.
appamadena Maghava devanam setthatam gato appamadam pasamsanti pamado garahito sada
De brahmaanse jongeling Magha werd, vanwege oplettendheid, wedergeboren als de leider van de deva's. Daarom wordt oplettendheid altijd geprezen, en luiheid en onoplettendheid worden altijd verworpen.
031. De bhikkhu die vreugde vindt in waakzaamheid, die onachtzaamheid met afkeer beziet, maakt vorderingen en verteert net zoals het vuur, alle banden, grove en subtiele.
appamadarato bhikkhu pamade bhayadassi va saññojanam anum thulam daham aggi va gacchati
De monnik, als zoeker naar waarheid, keert zich af van onoplettendheid omdat hij weet dat iemand, die onoplettend is, gevangen komt te zitten in het oneindige lijden van samsara. Daarom baant hij zich vol ijver een weg, en brandt hij waakzaam de banden (saññojana) weg die mensen aan wereldse gezindheid binden.
032. De bhikkhu die vreugde vindt in waakzaamheid, die onachtzaamheid met afkeer beziet, zal nooit terugvallen. Hij is dicht bij Nibbana.
appamadarato bhikkhu pamade bhayadassi va abhabbo parihanaya nibbanass'eva santike
Als waarheidzoeker ziet de monnik angst in onachtzaamheid van oplettendheid. Hij zal zeker niet terugvallen van de spirituele hoogten die hij al heeft bereikt. Hij is ervan verzekerd Nibbana te bereiken.
RegID | Dhphfd02 |
---|---|
Bijgewerkt | 1 december 2022 17:01:00 |
Auteur | Peter van Loosbroek — Ananda |
Locatie | www.sleuteltotinzicht.nl |
Copyright | Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm |
Overig | Geen |