Voorbij verdienstelijke en verkeerde daden

Puññapapa pahinassa

Er is in geen enkel opzicht begeerte en dus geen gehechtheid met betrekking tot het geven, tot degene die ontvangt, of tot de gift of daden zelf.

puññapapa pahinassa

Letterlijk: 'voorbij verdienstelijke en verkeerde daden' oftewel 'boven goed en kwaad uitgestegen'.

Dit verwijst naar de persoon (een arahat) die boven goede en slechte daden is uitgestegen met geen enkele gehechtheid aan beloningen vanwege goede daden (puñña betekent 'verdienstelijke daden').

Dit impliceert een zeer hoge graad van morele gelijkmoedigheid omdat het een totale onthechting van het ego is. Er is in geen enkel opzicht begeerte en dus geen gehechtheid met betrekking tot het geven, tot degene die ontvangt, of tot de gift of daden zelf. Dat is omdat de actie van de arahat niet vooropgezet (asankharika citta) is en daarom heel echt is.

Omdat een arahat volledig bevrijd is (vimutti) van lijden (dukkha), hecht hij aan geen enkel bestaan. Daarom activeert hij geen wilshandelingen (kamma) meer, dus ook niet een handeling die gepaard gaat met bijvoorbeeld het verlangen verdiensten (puñña) te verkrijgen zoals het in een hogere sfeer te worden wedergeboren. Ook dat is namelijk een bezoedeling (zoals de Boeddha dat ook uitlegt in M117). De arahat heeft volledig afgedaan met 'ik' en daarom met het gehele bestaan. Zelfs de hoogste sferen (avacara) van het bestaan kunnen hem niet verleiden. Deze hartstochtloze (viraga) staat van de geest is gerealiseerd vanwege het verworven bovenwerelds juist begrip (lokuttara samma ditthi).

De arahats, die alle levens verankerende en wedergeboorte producerende acties zijn overstegen, daarvan wordt gezegd dat zij 'voorbij verdienstelijke en verkeerde daden zijn'. Oftewel: 'boven goed en kwaad uitgestegen'.

Dit betekent niet dat hij niets doet. Hij is actief, maar zijn activiteit is onzelfzuchtig en is erop gericht anderen te helpen het pad te betreden dat hijzelf betreden heeft. Zijn daden, gewoonlijk beschouwd als zijnde goed, hebben niet de creërende kracht in zich dat die daden karmische gevolgen kunnen produceren. Want achter zijn handelingen is geen 'ik'. Zijn handelingen zijn van nature eerlijk en spontaan omdat hij een niet vooropgezette geest (asankharika citta) heeft.

De arahat is zeker niet vrijgesteld van de gevolgen van zijn daden die hij in het verleden heeft verricht, maar hij hoopt geen nieuwe kamma activiteiten meer op. Welke acties hij ook als arahat uitvoert, deze hebben allemaal de term 'niet functioneel' (kiriya) gekregen en worden daarom niet aangemerkt als zijnde kamma. Zijn daden zijn ethisch gezien ineffectief. Omdat hij begrepen heeft hoe dingen zijn, heeft hij uiteindelijk de kosmische keten van oorzaak en gevolg verbrijzeld. Hierdoor functioneert voor hem het kamma proces (kamma bhava) niet meer en daarmee ook niet meer het wedergeboorte proces (upapatti bhava).

Het zijn de specifieke kamma formaties (abhisankhara) die het kamma proces (kamma bhava) in gang zetten. Maar bij de arahat functioneren ze niet meer. Lijden (dukkha) heeft een functie, namelijk om wijzer te worden. Maar deze functie is voor de arahat overbodig geworden. De taak die gedaan moest worden zit erop.

In de verzen Dhp038-039 van de Dhammapada komt naar voren dat de toename van wijsheid een vereiste is waardoor iemand boven verdienstelijke en verkeerde daden (puññapapa pahinassa) uitstijgt.

039. Iemand waarvan de geest niet aangetast is, een geest die ongehavend is, verlaat kwaad en ook verdiensten. Er is geen angst voor hem die waakzaam is.

anavassuta cittassa anavahatacetaso puññapapa pahinassa natthi jagarato bhayam

Iemand die een geest heeft die vrij van begeerte is, vrij van haat is, is boven goed en kwaad uitgestegen. Hij is iemand zonder angst.

Extra aanbevelingen

Document info
RegID j6l2wQgjqTW7hC7
Bijgewerkt 23 juni 2024 13:49:53
Auteur Peter van LoosbroekAnanda
Locatie www.sleuteltotinzicht.nl
Copyright Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm
Overig Geen