Geen ideeën van ik
Het allerbelangrijkste kernpunt in de beoefening van de Dhamma.
Inhoudsopgave
De zintuigen is het gebied van Mara
Het pad van Mara en het Pad van de Boeddha
Concentratie kan leiden tot fixatie
Waar de Boeddha voor waarschuwt en wat hij benadrukt
Het doorbreken van de band van onwetendheid
Het allerbelangrijkste kernpunt van de beoefening
Het essentiële van Pali termen op STI
Op www.sleuteltotinzicht.nl worden vele links met Pali termen tussen de tekst gebruikt. Omdat Pali de taal is die in het oorspronkelijke boeddhisme (Theravada) gehanteerd wordt, leer je de zuivere betekenis ervan. Dit is essentieel om de echte boeddhistische Leer, wat de Boeddha werkelijk heeft onderwezen, correct te leren begrijpen.
Het grote voordeel van Pali woorden is dat je dankzij deze Pali termen heel gericht een onderwerp tot in details kunt onderzoeken waardoor je snel de ware Dhamma leert kennen (sutava) zoals het een edele discipel (ariyasavaka) betaamt. Het feit dat de teksten op STI uitermate zorgvuldig zijn georganiseerd, draagt hier in grote mate aan bij.
Probeer altijd eerst een globale kennis over een onderwerp op te doen. Denk niet dat je meteen alle gerelateerde links op een pagina moet gaan volgen, want dan kom je in een eindeloze cirkel. Bovendien kun je niet altijd alles in één keer perfect kennen. Dat heeft tijd nodig. Door de artikelen vaker te lezen en de Dhamma in praktijk te brengen, leer je ook uit ervaring en zal je kennis gestaag toenemen totdat het 'tot volle wasdom' komt. Het zien van de ware Leer is een groot geluk.
Dit is de weg van de echte Dhammanuvatti. Zie ook pariyatti.
De zintuigen is het gebied van Mara
In de gang van het dagelijks leven is het essentieel je zintuigen te bewaken (abhijjha domanassa). Zintuiglijke objecten is het gebied van Mara. Hoe meer je toegeeft aan de wil van je zintuigen, hoe meer ruimte Mara krijgt. Het heeft alles van doen met voorkeur en afkeer (anurodhapativirodha).
Wanneer je vaak toegeeft aan de wil van de zintuigen (kamacchanda), je ze de vrije teugel geeft, zul je steeds onoplettender (pamada) worden omdat er geen zintuiglijke bewaking (indryaguttadvara) is. Twijfels (vicikiccha) zullen toenemen en zelfvertrouwen (saddha) zal afnemen.
Zelfvertrouwen en begrip
Vertrouw je klakkeloos op wat je zintuigen je ingeven? Ben je op dit gebied wel zorgvuldig, kritisch en onderzoekend genoeg? Neem je klakkeloos aan wat mensen vertellen? Wat goed of verkeerd is? Zelfvertrouwen is een uitermate belangrijke factor voor de ontwikkeling van een stabiele mentale toestand. Om je overal in het leven doorheen te kunnen slaan, is zulk een toestand hard nodig.
Ten eerste is waarneming (sañña) niet altijd zuiver, dus is aandacht (avajjana) en zorgvuldigheid (patisankha) hierin erg belangrijk. Niet zomaar klakkeloos aannemen (sarambhapi) wat je zintuigen waarnemen. Wanneer je onrustig (uddhacca) bent is de kans dat je snel vastgrijpt (upadana) in je waarnemen groter. Vanwege dit vastgrijpen ben je toegeeflijk in je zintuiglijke waarneming en wordt dat waarnemen steeds onzuiverder. Het vertroebelt. De ene onzuivere waarneming is een voorwaarde, een bouwsteen, voor de waarnemingen die daarop volgen. Dat is omdat je er zelf steeds onbewust iets aan toevoegt (papañca). Zo bouwt het zich op waardoor vertroebeling van visie toeneemt, je steeds meer gaat twijfelen (vicikiccha) en verward (vitakka santhana) raakt. Er ontstaan verdraaiingen (vipallasa).
Ten tweede verhinderen zintuiglijke verlangens (kamacchanda) een onderzoek naar waarheid (dhamma vicaya) in gang te zetten. Want verlangen wil steeds ergens omheen in plaats van er doorheen. Dit is waarom de geest vaak ongegronde smoesjes aanvoert. Wanneer zintuiglijk verlangen hardnekkig is, zorgt het voor ontkenning van de realiteit dat tot begoocheling (moha) leidt. Dit is een vorm van verlangen die niet wil weten. Dus letterlijk het verlangen 'om niet te weten'. Een gezonde scepsis is echter goed, omdat het uitnodigt tot onderzoek. Dit is een twijfel waarin er geen klakkeloze aanname is, en dat is goed.
Zintuiglijk verlangen is een ernstige hindernis (pañca nivarana) voor de bevrijding van lijden. Onderzoek naar realiteit daarentegen, is een factor van verlichting (bojjhanga), dus essentieel voor bevrijding van lijden. Deze twee staan daarom loodrecht op elkaar.
↑ Vijf hindernissen (pañca nivarana) → ↓ Verlichtingsfactoren (bojjhanga).
↓ Vijf hindernissen → ↑ Verlichtingsfactoren.
Wanneer het waarnemen zuiver is, begrijp je wat er is, wat er zich voordoet. Zelfvertrouwen en begrip gaan dus samen. Wanneer je duidelijk begrijpt wat er is, ongeacht wat dat ook is, geloof je in jezelf. Op die manier moet geloof onderbouwd zijn door begrip. Dhamma staat voor realiteit (sacca), hoe dingen zijn. Wanneer je de realiteit duidelijk begrijpt, is er ook geloof in de Boeddha. Deze dingen komen allemaal bij elkaar wanneer er begrip is. En wanneer iemand een kletsverhaal verkondigt, geloof je dat niet als er begrip in je aanwezig is.
Zelfvertrouwen (saddha) is een essentiële factor in het boeddhisme om het allerhoogste doel — Nibbana — te bereiken. Zie bijvoorbeeld M106.3. Zelfvertrouwen heeft dan ook een zeer hoge prioriteit binnen de boeddhistische Leer. Juist begrip (samma ditthi) is niet voor niets de 1e factor van het Achtvoudige Pad.
Eén van de dingen die een grote invloed kunnen hebben, is goede of verkeerde vrienden. Er is de kwaadaardige vriend (papa mitta) en de goedaardige vriend (kalyana mitta). Bij een verdraaide visie (ditthi vipallasa) wordt het verkeerde in het goede gezien en het goede in het verkeerde. Dit heet 'de wereld op z'n kop zien'.
In de Samseva Sutta verwijst de Boeddha naar twee richtingen naar waar het heen kan gaan wanneer je de verkeerde of goede vrienden hebt.
"Door gezelschap met slechte mensen (asappurisa samseva) ontstaat luisteren naar slecht advies, daardoor onwijze overdenkingen (ayoniso manasikara), daardoor onoplettendheid en mentale verwarring, daardoor gebrek aan zintuiglijke beheersing, daardoor drievoudig slecht handelen via het lichaam, de spraak en de gedachten, daardoor de vijf hindernissen (pañca nivarana), daardoor hunkering naar bestaan (bhava tanha)."
"Door gezelschap met goede mensen (sappurisa samseva) komt luisteren naar goed advies, daardoor vertrouwen/geloof (saddha), daardoor wijze overdenkingen (yoniso manasikara), daardoor indachtigheid (sati) en helder begrip (sampajañña), daardoor zintuiglijke beheersing, daardoor drievoudig goed gedrag (in lichamelijk handelen, spraak en gedachten), daardoor de vier fundamenten van indachtigheid (satipatthana), daardoor de zeven factoren van verlichting (satta sambojjhanga), daardoor bevrijding door wijsheid (pañña vimutti)."
A10-062 — Samseva Sutta — Gezelschap
Tip Zie ook mitta in het woordenboek voor een heel mooie compilatie over vriendschap.
Het pad van Mara en het Pad van de Boeddha
Wanneer er geen bewaking van de zintuigen is, zal zintuiglijke toegeeflijkheid (kama) langzaamaan een gewoontepatroon worden en ontstaat er een 'pathway' dat niet zonder gevaren (adinava) is. Het zal steeds meer kracht gaan krijgen waardoor de realiteit (sacca) uit het oog verloren raakt en verdraaiing (vipallasa) toeneemt.
Serieus zijn is aandacht schenken aan wat er is, niet wat je wilt dat er is, waardoor zintuiglijkheid wordt gevoed (ahara). De interesse (piti) in onbenullige en/of verkeerde zaken, doet de geest afbuigen naar het verkeerde. Het leidt de aandacht af van belangrijke en/of goede zaken. (Piti kan verbonden zijn met morele, immorele en neutrale staten van bewustzijn.)
De eerste factor van het Edel Achtvoudige Pad (ariya atthangika magga) is juist begrip (samma ditthi). Maar wanneer de aandacht uitgaat naar een verkeerd (akusala) object, ontwikkelt zich het verkeerde begrip (miccha ditthi) en niet het juiste begrip (samma ditthi).
Er zijn twee paden in de wereld die duidelijk onderscheiden moeten worden: het verkeerde pad, dat van Mara en het goede Pad, dat van de Boeddha. Wie het pad van Mara bewandelt, ontwikkelt de pad-factoren van het pad van Mara. Wie het Pad van de Boeddha bewandelt, ontwikkelt de pad-factoren van het Pad van de Boeddha (ariya atthangika magga). Zo eenvoudig is het, maar vanwege zintuiglijkheid (kama) begrijpen mensen niet wat lijden (dukkha) is. Zien de wereld op z'n kop (vipallasa).
Concentratie kan leiden tot fixatie
Concentratie (samadhi) is een neutrale mentale factor. D.w.z. dat de concentratie op een heilzaam (kusala) of op een onheilzaam (akusala) object gericht kan zijn. Onthoud goed dat bewustzijn 'de neiging heeft te kleven aan een mentaal object'. Daarom kan concentratie leiden tot fixatie.
Het object waarop de concentratie gefixeerd kan zijn, kan van alles zijn. Onzinnig geklets via internet, de telefoon, geruchten, onzedelijke en andere kwalijke zaken, een persoon in de vorm van een leider, een leraar, een persoon met en bepaalde titel, culturele gewoonten, de gewoonten van de massa, etc. Al deze dingen kunnen als een autoriteit voor ons zijn. En het wordt een autoriteit wanneer we niet waakzaam en dus niet zorgvuldig zijn. Wanneer we niet indachtig (sati) genoeg zijn, grijpen we vast in het waarnemen. Zo raken we gehecht (upadana) aan allerlei objecten zoals hiervoor genoemd.
Hoe meer gehechtheid (upadana) er is, hoe minder zelfvertrouwen (saddha) er zal zijn. Hoe minder zelfvertrouwen er is, des te krachtiger autoriteit zal zijn. Dit is hoe autoriteit een steeds krachtigere rol gaat innemen en we de kracht in onszelf gaan verliezen. Want wanneer we niet volledig op onszelf kunnen vertrouwen, zijn we overgeleverd aan anderen. Zelfvertrouwen heeft voortdurend een enorm belangrijke sleutelrol op het pad naar arahatschap, op de weg naar het onverstoorbare (aneñja). Zelfvertrouwen is dan ook niet voor niets één van de vijf krachten (bala).
De hiervoor genoemde voorbeelden van wat een autoriteit voor ons kan zijn, zijn allemaal extern. Echter, de meest dominante autoriteit is de innerlijke autoriteit omdat we het zelf zijn die vastgrijpen en conformeren. Dit kan worden gezien als een mentale slaap. Om uit die mentale slaap te ontwaken, heeft de Boeddha voortdurend de noodzakelijkheid van het onafhankelijk (anissito) zijn beklemtoond. De leer van het afhankelijk ontstaan (paticcasamuppada) vormt hierin de algemene basisformule.
↑ Gehechtheid (upadana) → ↓ zelfvertrouwen (saddha) → ↑ autoriteit.
↓ Gehechtheid → ↑ zelfvertrouwen → ↓ autoriteit.
Hierna zullen we een paar voorbeelden van autoriteit uitlichten.
Persoonsverheerlijking
Vaak fixeren mensen zich op een leraar waardoor er een persoonsverheerlijking ontstaat alsof hij de enige echte is. Zonder eerst een kritisch onderzoek in te stellen, lopen hordes van mensen blindelings achter bepaalde leiders/leraren aan. En hoe meer blinde volgelingen er zijn, des te sneller zo'n groep groeit. Het volgende is van toepassing op elk gebied:
Hoe sterker de zintuiglijke verlangens (kamacchanda) zijn, hoe zwakker indachtigheid (sati) en het onderzoek naar waarheid (dhamma vicaya) is.
Ook een titel heeft voor veel mensen al een dermate belangrijke betekenis, dat de essentie (door de fixatie op de titel) volkomen wordt gemist. De concentratie richt zich op de titel, krijgt de volledige aandacht (zintuiglijke verlangens) waardoor de kern van zaken niet wordt gekend. Dit is ook vaak in het geval bij de titel 'monnik'. Wanneer iemand monnik is en het gele gewaad draagt, dan zijn mensen vaak vooringenomen vanwege de klakkeloze aanname (sarambhapi) dat elke monnik wijs is. Alsof iemand wijs is vanwege een titel, een gewaad of het kaalscheren van het hoofd.
Er zijn altijd goede monniken en slechte monniken in de wereld. Stel, dat er een verkeerde monnik is, iemand die het monnikschap op een volstrekt verkeerde manier naleeft, dan is dat uiteraard verwijtbaar. Maar stel, dat de desbetreffende monnik ooit iets goeds voor jou heeft gedaan of misschien wel jouw leraar is. Wanneer er in je ideeën van 'ik' (attanuditthimuhacca) zijn, is er sprake van 'mijn leraar'. In het geval van het verwijt naar 'jouw leraar' toe, kun je dat dan niet accepteren, wil je dat niet zien en niet erkennen. Vanwege zintuiglijke verlangens (kamacchanda) wil je er niets van weten, er is afkeer (patigha), ontkenning (moha). Verlangen wil er niet doorheen, maar er omheen.
Wanneer iemand de verkeerde monnik terecht verwijten maakt, wordt dit door 'het ik' afgekeurd en gezien als zijnde verkeerd, als onrechtvaardig. Dan is er een zintuiglijke toegeeflijkheid aan het verkeerde. Het 'ik' ziet de dingen niet zoals ze werkelijk zijn, maar — vanwege zintuiglijke verlangens — zoals dat 'ik' het wil zien. Het 'ik' is bevriend met Mara. Zo zien we dat deze 'vriendschap' niet leidt tot het rechtvaardige (= dhamma), maar tot het onrechtvaardige.
Er is een wezenlijk verschil tussen een monnik (bhikkhu) en een heilige (samana). Een monnik is niet per definitie iemand die al zijn hartstochten heeft overwonnen. Daarom ook gebruikte de Boeddha niet het woord bhikkhu, maar samana in D16. Voor nadere de uitleg, zie samana.
Religie
Je kunt ook gefixeerd zijn op een religie waardoor de mentale slaap toeneemt in plaats van afneemt. Een boeddhist kan gefixeerd zijn op de dogmatisch kant van de Leer, maar zonder de Leer in praktijk te brengen (patipatti) zal hij de essentie ervan en het doel missen. Zo kan een religie een autoriteit voor ons worden waardoor we gefixeerd raken en het doel missen. Fixatie staat het ontdekken (passe) in de weg. Het onafhankelijk (anissito) zijn van zijn Leer in deze, illustreerde de Boeddha met De gelijkenis van het vlot.
Wetenschap
Wetenschap is een goed ding. Maar wat wetenschappers geleerd hebben, daar wordt door hen erg aan gehecht. 'Bewustzijn heeft de neiging te kleven aan een mentaal object.' De gezondheidszorg is hier een heel duidelijk voorbeeld van. Steeds meer mensen kampen met overgewicht, hart- en vaatziekten, leververvetting, longziekten, ontstekingen etc. etc. Omdat niet de hoofdoorzaak van het probleem wordt gezien (veel teveel suikers en te weinig goede vetten) worden volstrekt verkeerde voedingsadviezen gegeven waardoor de problemen zich juist verergeren.
Omdat mensen erg opkijken tegen autoriteit en uitsluitend daar op vertrouwen, nemen maar weinig mensen zelf het initiatief om op ontdekkingstocht te gaan ondanks er goede oplossingen zijn. Zo blijft men bij wat de wetenschap dicteert. De wetenschap wil niet veranderen alsook de mensen die zich ervan afhankelijk (anissito) maken. Dit met zeer desastreuse gevolgen van dien. Een duidelijk voorbeeld van de innerlijke autoriteit. In de sectie Gezondheid en mindfulness lees je er alles over.
Een doel
Je kunt ook gefixeerd zijn om het doel, Nibbana, te verwerkelijken. Maar dat gaat niet werken omdat fixatie gepaard gaat met begeerte (tanha), de begeerte om iets te bereiken, te volbrengen. Hierdoor schiet je het doel voorbij omdat Nibbana een staat is waarbij je juist vrij bent van begeerte. Het is de begeerte die een autoriteit voor ons kan worden. En zoals gezegd, grijpen we zelf vast. Daarom is de meest dominante autoriteit de innerlijke autoriteit.
Waar de Boeddha voor waarschuwt en wat hij benadrukt
Wanneer je gefixeerd bent op een punt, zie je niet wat daar omheen is, wat er nog meer is. Op die manier kan alles als een autoriteit voor ons zijn. Dus wanneer zintuiglijkheid keer op keer gevoed wordt, er aan toegegeven wordt, wanneer er geen controle van de zintuigen is, leidt dat tot een dominante en beperkte geest hetgeen tot ontkenning, tot begoocheling (moha). Het werkt juist begrip (samma ditthi) tegen waardoor belangrijke levenslessen worden gemist en iemand niet in staat is om te leren (passati).
Vanwege het voortdurend toegeven aan zintuiglijkheid (kama) wordt de aandacht (avajjana) getrokken naar dat wat niet waardevol is, wat niet essentieel is. Hierdoor ontstaan er kwaadaardige onheilzame mentale staten (manasa papan). Dit leidt tot (samvattanti) gevaar (adinava). De geest buigt dan af naar het neerwaartse pad (apaya). Dit is wat Mara de Kwade (Maro Papima) wil. Dit is waar de Boeddha voortdurend voor waarschuwde.
Wanneer iemand zintuiglijk verlangen (kamacchanda) onder controle brengt, de zintuigen bewaakt, leidt dit tot veiligheid (khemam) en geluk. Dit is wat de Boeddha voortdurend benadrukte.
Mara en het ik
Waar er een vastgrijpen is in het waarnemen, daar is het 'ik', daar is Mara. Waarneming is daarom niet altijd zuiver. Wees dus altijd waakzaam (sati).
"Hier (idha), Bahiya, moet je jezelf aldus trainen: 'In hetgeen men ziet, zal slechts zijn wat gezien is; in hetgeen men hoort, zal slechts zijn wat gehoord is; in hetgeen gevoeld wordt, zal slechts zijn wat gevoeld is; in hetgeen men waarneemt, zal slechts zijn wat waargenomen is.' Op deze manier moet je jezelf trainen, Bahiya."
"Als, Bahiya, in hetgeen je ziet, slechts is wat gezien is; in hetgeen je hoort, slechts is wat gehoord is; in hetgeen je voelt, slechts is wat gevoeld is; in hetgeen je waarneemt, slechts is wat waargenomen is, dan, Bahiya, zul je niet 'daarbij' horen; als, Bahiya, je niet 'daarbij' hoort, dan, Bahiya, zul je niet 'daarin' zijn; als, Bahiya, je niet 'daarin' bent, dan, Bahiya, zul je noch hier, noch aan de andere zijde, noch tussen beide in zijn. Precies dit is het einde van lijden."
Ud1-10 — Bahiya Sutta — Bahiya
Mara impliceert 'de kracht van het ik'. Dus hoe meer je toegeeft aan de wil van de zintuigen (kamacchanda), hoe meer Mara aan kracht wint, hoe dominanter het 'ik'. Mara en het 'ik' kan je beschouwen als twee gelijke krachten die alleen maar nadeel geven en je in gevaar (adinava) brengen. Vandaar dat alles draait om zelfoverwinning.
Vanwege het 'ik' zijn er bezoedelingen waardoor je jezelf aan de wereld conformeert, door de wereld op sleeptouw laat nemen, door de wereld laat beïnvloeden (asava) en dus laat conditioneren. Op die manier kun je onmogelijk vrij (vimutti) zijn. Want dit is niet de weg van vrijheid (vimutti), maar de weg van worden (bhava) waardoor je steeds in een bepaalde wereld blijft ronddolen (samsara). Net zo lang je jezelf door Mara laat misleiden en je niet 'jezelf kunt zijn'.
Door zintuiglijke toegeeflijkheid (kama) raak je bevriend met Mara. Deze misleider, deze kwade vriend (papa mitta), legt je aan banden (kama guna).
Het doorbreken van de band van onwetendheid
Wanneer 'ik' overwonnen is, wanneer alle ideeën van 'ik' (attanuditthimuhacca) zijn uitgeblust (nirodha), dan is aan alle slavernij (yoga) een einde gekomen (yoga kkhema). Dan zit de grote taak erop. Dan zal er niets meer zijn waardoor je nog in beslag wordt genomen en niets dat nog over je domineert. Het is het vrij zijn van de ideeën van 'ik' dat de band van onwetendheid (avijja) verbreekt (avijja yoga visamyoga) en je waarlijk vrij (vimutti) kunt zijn. Daarom zijn het niet de mensen en allerlei dingen en gebeurtenissen die lijden (dukkha) veroorzaken, maar het hechten (upadana) eraan (S56-011). Dit hechten is vooral vanwege de dominantie van 'ik' (Mara). Zelf reageren we op dingen, zelf grijpen we dingen vast. Zowel intern als extern. Daarom is de innerlijke autoriteit de meest dominante autoriteit.

Wanneer alle ideeën van 'ik' volledig opgehouden hebben te bestaan, er geen enkele notie van 'ik' is (waar een correcte training aan vooraf gegaan is), ervaar je enkele minuten louter een licht zoals de kleur van deze zon. Iets anders is er dan niet. Deze staat is de staat van het 'meta-bewustzijn'.
Het is een staat waarin de geest een 'wasbeurt' krijgt waardoor hij van alle bezoedelingen wordt gezuiverd. Arahatschap.

Nadat de geest uit het 'meta-bewustzijn' terugkeert en verschoond is van alle bezoedelingen, kan hij de dingen zien zoals ze werkelijk zijn (yathabhuta). Precies zoals een stil wateroppervlak de omgeving weerspiegelt zoals het is.
Het allerbelangrijkste kernpunt van de beoefening
Je kunt veel over de Dhamma weten, en dat is natuurlijk een mooi en goed ding. Want zonder het bestuderen (pariyatti) van de ware Dhamma is het onmogelijk dat de juiste kennis bij je ontstaat. Zonder de juiste kennis van de Dhamma is het onmogelijk om correct te oefenen (patipatti). Zonder correct te oefenen (de Dhamma in praktijk te brengen) is het onmogelijk om tot een diep doordringend (pativedha) inzicht te komen dat nodig is om het doel (Nibbana) te realiseren. Allemaal heel logisch, nietwaar?
Maar wat is nu het allerbelangrijkste kernpunt in die beoefening van de Dhamma? Het is zelfoverwinning, de overwinning van 'ik'. Het is verbonden met eerlijkheid/oprechtheid (ujukata), erkennen (abhiññeyya) en herkennen (samjañana). Neem jezelf voor om zeer zorgvuldig en kritisch je eigen 'ik' te observeren: 'ik zal eens heel goed naar mezelf gaan kijken'. Dit is het allerbelangrijkste kernpunt in de beoefening. Zolang je dit niet doet, zolang deze intentie (chanda) er niet is, kan je veel kennis van de Dhamma hebben, maar zul je het 'ik' in stand houden en het doel niet kunnen bereiken.
Inderdaad, de meeste mensen zijn huiverig om dat 'ik' gade te slaan, om dat kritisch onder de loep te nemen. Mara wil niet gekend worden. Maar wanneer je dat 'ik' bewustzijn (viññana) met serieuze en diepe aandacht (avajjana) observeert en het indachtig (sati) bent, verliest het steeds een beetje van z'n oude 'persoonlijke cocon'. Dan ontstaat er aanpassingsvermogen in de geest (citta kammaññata) en kan hij meeveranderen op de stroom van het leven dat niet statisch, maar dynamisch is. Wanneer je het 'ik' overboord gooit, wanneer je aan het 'ik' kunt 'sterven', sterf je aan het oude. Dit stelt bewustzijn in staat te vernieuwen waardoor het z'n bezoedelingen kwijtraakt.
Omdat er een vernieuwing van bewustzijn plaatsvind, kun je ontdekken (passe). Dit is waarom boeddhisme een heel mooie ontdekkingstocht is. En dit is waarom de overwinning van 'ik' helemaal niet iets is om bang (bhaya) voor te zijn. De overwinning van 'ik' betekent veiligheid (khemam). Mara te vriend houden betekent gevaar (adinava). Vriendschap (mitta) is erg belangrijk, maar kies wel de goede vrienden.
Uit de Dhammapada:
034. Zoals een vis die uit zijn waterrijke verblijf gehaald is en op het land geworpen is, net zo spartelt deze geest wanneer Mara's koninkrijk verlaten wordt.
varijo'va thale khitto okamokata ubbhato pariphandat'idam cittam maradheyyam pahatave

Prent dit goed in je geest
Alles wat er is, alles wat er gebeurt, alle toestanden, alle dingen, wat het ook is, mentaal of fysiek, in welke vorm en in welke sfeer (avacara) van bestaan dan ook, intern of extern. Alles binnen de vijf aggregaten van hechten (pañca upadana kkhandha) die het gehele bestaan uitmaken, dat is het geconditioneerde (sankhata). Al die dingen zijn Niet van mij.

Wees altijd als een passieve toeschouwer, precies zoals deze kikker. Hij laat het 'ik' niet tussenbeide komen. Hij is stil, observeert slechts en doet verder niets. Dit leidt tot juist begrip (samma ditthi).
Extra aanbevelingen
Zie ook de groep pagina Wat is het onverstoorbare?
Op groep pagina's zijn pagina's gebundeld omtrent een cruciaal onderwerp. Ze werken gezamenlijk naar de betekenis ervan. In opbouwende en eenvoudige bewoording geven ze exact weer wat de Boeddha werkelijk heeft onderwezen.
RegID | qdXGsqfSY1iKxYh |
---|---|
Bijgewerkt | 18 februari 2025 12:56:12 |
Auteur | Peter van Loosbroek — Ananda |
Locatie | www.sleuteltotinzicht.nl |
Copyright | Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm |
Overig | Geen |