De jonge zeug
Vanwege goed en kwaadaardig kamma komt er geen einde aan de cyclus van bestaan.
338. Zoals een boom die omgekapt is weer aangroeit als zijn wortels sterk en onaangetast zijn, zo groeit dit lijden als de verborgen sporen van begeerte niet geheel ontworteld zijn.
yatha'pi mule anupaddave dalhe chinno'pi rukkho punar'eva ruhati evam'pi tanhanusaye anuhate nibbattati dukkham idam punappunam

Zelfs wanneer een boom omgekapt is, zal deze weer aangroeien als zijn wortels nog sterk en onaangetast zijn. Op dezelfde manier zal lijden steeds blijven opkomen zolang er nog verborgen begeerte overblijft (begeerte in de latente lagen van de geest).
339. In wie de zesendertig stromen zo krachtig stromen naar het aantrekkelijke van de geest, zo spoelen stromen van hartstochtelijke gedachten de persoon met zo'n verkeerd inzicht weg.
yassa chattimsa'ti sota manapassavana bhusa vaha vahanti dudditthim sankappa raganissita

Als voor een persoon de zesendertig stromen (chattimsa sota) op een krachtige wijze aantrekkelijk zijn voor de geest, dan zullen in die persoon krachtige gedachten van hartstocht opkomen. Het zijn die stromen van wellustige gedachten die die persoon met het verkeerde inzicht, naar de ondergang zullen leiden.
340. Deze stromen van begeerte vloeien overal heen en als gevolg daarvan ontstaan er kruipplanten die zich stevig verankeren. Wanneer de kruipplant wordt gezien, kap dan met wijsheid zijn wortel door!
savanti sabbadhi sota lata ubbhijja titthati tan ca disva latam jatam mulam paññaya chindatha

De stromen van begeerte vloeien overal naar diverse objecten. Als gevolg daarvan ontstaan er kruipplanten die weelderig floreren. De wijze die deze kruipplanten ziet, moet met zijn wijsheid de wortel doorkappen.
341. In mensen stroomt begeerte naar aangename dingen. Zij zijn doordrenkt met sensualiteit en jagen het geluk (daarin) na. Zulke mensen gaan zeker van geboorte naar ouderdom.
saritani sinehitani ca somanassani bhavanti jantuno te satasita sukhesino te ve jatijarupaga nara

Begeerte ontstaat in mensen als stromende rivieren. Deze stromen naar plezieren en sensuele bevrediging. Zulke mensen, die zo gefixeerd zijn op zintuiglijke plezieren en daarin het geluk denken te vinden, zullen daarentegen herhaaldelijk cyclussen van geboorte en dood ervaren.
342. De massa die omringd is door begeerte, zit in de val. Zij beven zoals een haas in een strik. Zo lang zij stevig worden vastgehouden door banden en gehechtheden, zo lang zijn zij aan het lijden gebonden.
tasinaya purakkhata paja parisappanti saso'va bandhito saññojanasangasattaka dukkham upenti punappunam ciraya

Omringd door begeerte beeft de massa zoals een haas die gevangen zit in een strik. Geboeid door banden en gehechtheden (saññojanasanga) lijden zowel mannen als vrouwen voor een lange periode.
343. De massa die omringd is door begeerte, zit in de val. Zij beven zoals een haas in een strik. Laat daarom de bhikkhu wiens doel is om vrij van hartstochten te zijn, niet twijfelen begeerte te beteugelen.
tasinaya purakkhata paja parisappanti saso'va bandhito tasma tasinam vinodaye bhikkhu akankhi viragamattano

Omringd door begeerte beeft de massa zoals een haas die gevangen zit in een strik. Daarom moet een monnik die verlangend is de staat van ongehechtheid te verwerkelijken (Nibbana) niet twijfelen begeerte te schuwen.
Op een keer, terwijl de Boeddha op een aalmoezenronde was in Rajagaha, zag hij een jong zeugje en glimlachte.
Toen de eerwaarde Ananda hem vroeg waarom hij glimlachte, antwoordde de Boeddha: "Ananda, dit jonge zeugje was een kip ten tijde van Boeddha Kakusandha. Omdat ze toen in de buurt van een gezamenlijke eetzaal van een klooster verbleef, luisterde ze naar de recitatie van de heilige tekst en de verhandelingen over de Dhamma. Toen ze stierf, werd ze herboren als een prinses. Op een keer, toen ze naar het openbaar toilet ging, zag de prinses de maden en werd ze zich bewust van de walgelijkheid van het lichaam, etc. Toen ze stierf, werd ze herboren in de Brahma-wereld (brahma loka) als een puthujjana brahma, maar later, vanwege een kwaadaardig kamma, werd ze herboren als een zeugje. Ananda! Kijk, vanwege goed en kwaadaardig kamma komt er geen einde aan de cyclus van bestaan (samsara)."
En toen sprak hij de verzen waar dit verhaal mee begon.
Uitleg vertaling vers 338
yatha api mule anupaddave dalhe chinno api rukkho punar'eva ruhati evam api tanhanusaye anuhate nibbattati dukkham idam punappunam
yatha api: wanneer; mule: de wortel; anupaddave: in tact, onbeschadigd; dalhe: (en) sterk; chinno api: hoewel omgehakt; rukkho: de boom; puna eva: opnieuw; ruhati: aangroeit; evam api: op dezelfde wijze; tanhanusaye: de verborgen (latente) sporen van begeerte; anuhate: wanneer niet volledig ontworteld; idam dukkham: dit lijden; punappunam: telkens weer; nibbattati: zal groeien
Uitleg vertaling vers 339
yassa chattimsati sota manapassavana bhusa vaha vahanti dudditthim sankappa raganissita
yassa: in wie; chattimsati sota: zesendertig stromen; manapassavana: aanlokkelijk voor de geest; bhusa (begeerte) is krachtig; dudditthim: onwijs; raganissita: vermengd met hartstocht; sankappa: gedachten; vaha: (zijn) erg krachtig; vahanti: (dit) leidt hen (tot verkeerde inzichten, tot het neerwaarts pad)
Uitleg vertaling vers 340
savanti sabbadhi sota lata ubbhijja titthati tan ca disva latam jatam mulam paññaya chindatha
sota: stromen (van begeerte); savanti: stromen/vloeien; sabbadhi: overal; lata: kruippplant; ubbhijja: is ontsproten; titthati: (en) blijft; jatam: dat is ontsproten; lata: kruipplant (van begeerte); disva: heeft gezien; paññaya: met wijsheid; mulam: de wortel; chindatha: doorkappen
Uitleg vertaling vers 341
saritani sinehitani ca somanassani bhavanti jantuno te satasita sukhesino te ve jatijarupaga nara
saritani: vloeiend/stromend (naar objecten); sinehitani: doordrenkt met begeerte; somanassani: plezieren; jantuno: mensen; bhavanti: hebben; te: zij; satasita: zoeken plezier; sukhesino: geluk najagen; te nara: zulke mensen; ve: zeker; jatijarupaga: (gaan) naar geboorte en ouderdom
Uitleg vertaling vers 342
tasinaya purakkhata paja bandhito saso eva parisappanti saññojanasangasattaka ciraya punappunam dukkham upenti
tasinaya: door begeerte; purakkhata: omgeven; paja: de massa; bandhito: in de val; saso eva: zoals een haas; parisappanti: bevend; saññojanasangasatta: vastgebonden door banden en gehechtheden; ciraya: voor lange tijd; punappunam: keer op keer/steeds weer; dukkham: aan lijden; upenti: komen/gaan
Uitleg vertaling vers 343
tasinaya purakkhata paja parisappanti saso iva bandhito tasma tasinam vinodaye bhikkhu akankhi tasinam vinodaye
tasinaya: door begeerte; purakkhata: omgeven; paja: de massa; parisappanti: bevend; saso iva: zoals een haas; bandhito: in de val; tasma: daarom; attano: voor zichzelf; vinodaye: zou moeten vermijden; bhikkhu: monnik; akankhi: niet twijfelen; tasinam; de begeerte.
Commentaar
Tip Voor een nadere uitleg van de essentie van het commentaar en meer, raadpleeg de link(s). Vaak zijn er meer verwijzingen.
In de verzen Dhp338-343 van de Dhammapada wordt begeerte vergeleken met rivieren. Want bij een gebrek aan zintuiglijke controle stroomt begeerte, net zoals rivieren, overal heen. Het is begeerte dat gevoed wordt door de ideeën van 'ik' waardoor kamma wordt gemaakt en het wedergeboorte proces (upapatti bhava) activeert (nisankhiti). Zowel in het geval van slecht als in het geval van goed kamma.
anupaddave dalhe: 'In tact, onbeschadigd en sterk'.
De vergelijking met een boom. Zelfs als een boom is omgekapt, maar de wortels onbeschadigd en sterk zijn, zal hij opnieuw aangroeien.
punareva ruhati: 'Opnieuw aangroeien'.
De vergelijking met een boom. Hij zal opnieuw aangroeien als hij is omgekapt indien de wortels onbeschadigd zijn.
chattimsati sota: 'Zesendertig stromen' (van begeerte).
raganissita: 'Vermengd met hartstocht'.
savanti: 'Stromen; vloeien'.
Dit idee wordt in de hele stanza herhaald.
lata ubbhijja titthati: 'De kruipplant die ontsproten is blijft'.
Bewaterd door de stromen van begeerte ontspruit een kruipplant, wat de kruipplant van begeerte is.
mulam paññaya chindatha: 'Met wijsheid de wortel doorkappen'.
saritani: 'Stromend'; 'vloeiend' (naar objecten).
satasita: 'Degenen die in de greep zijn van begeerte'.
Zij jagen sensuele en plezierige ervaringen na.
bandhito: 'In de val'; 'gevangen in een strik'.
De haas is over het algemeen een schuw dier. Zijn angst zal veel sterker zijn wanneer hij gevangen zit.
saññojanasanga: 'Banden en gehechtheden'.
Hier wordt verwezen naar de tien banden (saññojana) en de zeven gehechtheden (sanga) die wezens aan samsara binden.
akankhi: 'Niet twijfelen; vol vertrouwen zijn; zeker zijn'.
akankhi viragam: 'Vol vertrouwen zijn voor onthechting'.
Dit verwijst naar de persoon die niet moet twijfelen en vol vertrouwen (akankhi) moet zijn om de staat van onthechting (viraga) te bereiken — d.w.z. Nibbana.
RegID | Dhp338-343 |
---|---|
Bijgewerkt | 7 juni 2025 10:18:42 |
Auteur | Peter van Loosbroek — Ananda |
Locatie | www.sleuteltotinzicht.nl |
Copyright | Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm |
Overig | Geen |