Ananda, de meest geliefde discipel van de Boeddha

Het was Ananda aan wie wij een zeer groot deel van de toespraken hebben te danken.

Ananda was de neef van de Boeddha en zijn meest geliefde discipel. Zoon van Amitodana. Zijn naam betekent 'gezegend', of 'gelukkig'. Toespraken die beginnen met de woorden 'Aldus heb ik gehoord' (evam me sutam) zijn doorgaans verhaald door de Eerwaarde Ananda. Ananda werd 120 jaar.

Toen de Boeddha 55 jaar was, werd Ananda zijn hulpmonnik en is dat gebleven tot het moment dat de Boeddha op 80 jarige leeftijd zijn laatste adem uitblies. Hij wordt gezien als 'de voogd van de Dhamma'. In het Pali wordt gezegd dat hij 82000 sutta's van de Boeddha onthield, en 2000 van de monniken. Samen is dat 84000. Echter, men moet dit niet letterlijk nemen; in het Pali betekent 84000 gewoonweg 'zeer veel'!

Ananda wordt gezien als 'de voogd van de Dhamma', omdat hij in hoofdzaak de verantwoordelijke persoon was die zeer veel toespraken van de Boeddha onthield. Eén van zijn eisen om de hulpmonnik van de Boeddha te worden was, dat de Boeddha zijn toespraken aan hem nogmaals zou herhalen in die gevallen wanneer Ananda er niet bij was wanneer de Boeddha zijn toespraak had gehouden. Zo heeft Ananda ook een groot aantal toespraken van de monniken onthouden.

Tot aan de dood van de Boeddha was Ananda slechts een in de stroom getredene (sotapanna). Toen na de dood van de Boeddha het eerste concilie werd georganiseerd, werd hij vanwege zijn fotografisch geheugen opgeroepen, echter, de eis was dat het concilie alleen uit Arahats mocht bestaan. Volgens de overleveringen gaf hem dit een extra stimulans en hij verwierf Arahatschap zodat hij volwaardig kon deelnemen aan het eerste concilie. Zo werd Ananda tijdens het eerste concilie de opzegger van de Digha Nikaya en de autoriteit van de Sutta Nipata.

De Boeddha zag hem als de meest vooraanstaande onder zijn discipelen vanwege deze vijf gronden:

  1. Zijn geleerdheid.
  2. Zijn bijzonder goed geheugen.
  3. Zijn goed gedrag.
  4. Zijn standvastigheid.
  5. Zijn buitengewone behulpzaamheid.

Hij was vriendelijk, onzelfzuchtig, populair en gedachtenvol naar anderen. Midden in de nacht liep hij meerdere malen om het klooster heen om te controleren of er iets was dat de Boeddha in zijn slaap zou kunnen storen. En met grote regelmaat masseerde hij de schouders en de voeten van de Boeddha.

In de lange lijst van de discipelen die in de Anguttara Nikaya wordt gegeven, waar elk van hen in de een of andere hoedanigheid Uitstekend wordt verklaard, wordt Ananda vijf keer genoemd (vaker dan enig ander). Hij werd Uitstekend genoemd in zijn gedrag, vanwege zijn dienstbaarheid aan anderen en vanwege zijn bijzonder goed geheugen.

De Boeddha vroeg soms Ananda om hem als leraar te vervangen en verklaarde later dat hij zelf de leringen op geen enkele andere manier zou hebben gepresenteerd.

De boeddhistische canon schrijft de opname van vrouwen in de vroege Sangha toe aan Ananda. De Boeddha ging akkoord en stond toe dat zijn stiefmoeder Maha Pajapati Gotami pas tot bhikkhuni werd gewijd nadat Ananda de Boeddha had overgehaald om publiekelijk te erkennen dat vrouwen gelijk waren aan mannen en eveneens in het bezit zijn van het potentieel om verlichting te bereiken. En het is onder deze omstandigheid dat de Boeddha deze beroemde uitspraak deed: "Sommige vrouwen zijn beter dan mannen." (Itthi pi hi ekacciya seyya). Zo werd de bhikkhuni sasana gesticht.

Na de dood van de Boeddha werd Ananda bekritiseerd door de leden van de Sangha omdat ze vrouwen in staat had gesteld zich bij de kloosterorde aan te sluiten. Maar zoals je kan verwachten zijn er altijd wel mensen die wat te mekkeren hebben.

Zie in D16 Hoe Ananda door de boeddha werd geprezen.

Document info
RegID tijdgenoten-ananda-01
Bijgewerkt 20 februari 2021 11:59:16
Auteur Peter van Loosbroek — Ananda
Locatie www.sleuteltotinzicht.nl
Copyright Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm
Overig Geen