De trommelpen

Ani Sutta

De combinatie van zintuiglijke verlangens, de dominantie van het 'ik' en 'het spel van Mara', zijn de belangrijkste ingrediënten waardoor afbreuk wordt gedaan aan de ware Dhamma waardoor deze uiteindelijk uit de wereld zal verdwijnen. Voor ons eigen geluk en dat van generaties die nog volgen, moeten wij de meeste waarde hechten aan de woorden van de Boeddha zelf. Niet blindelings achter mensen aanlopen, mensen die pretenderen een goede Dhamma leraar te zijn, ongeacht zij vroeger leefden of nu leven. Wees altijd waakzaam, onderzoekend en zeer kritisch.

Aldus heb ik gehoord (evam me sutam). Eens verbleef de Gezegende nabij Savatthi in het Jetavana, het park van Anathapindika. Daar wendde hij zich tot de monniken en zei: "Monniken." En zij antwoordden hem: "Bhante." De Gezegende zei dit:

Vroeger (bhuta·pubba), monniken, hadden de Dasarahas een keteltrommel, de Oproeper (anaka) genaamd (nama). Toen het oorspronkelijke (porana) trommelvel (pokkhara) en het frame van de trommel op den duur begon te verslijten (phalita), plaatsten de Dasarahas er steeds een andere (añña) pen (ani) tussen. En uiteindelijk was het oorspronkelijke trommelvel en het frame van de Oproeper verdwenen (antaradhayati) en bleef er alleen een verzameling (sanghata) van tukjes hout (phalaka) over. Zo, monniken, zal het ook (addham) met de monniken in de toekomst (anagata) gaan.

Er zullen monniken zijn die niet zullen luisteren naar de toespraken (suttanta) die door de Tathagata gesproken (bhasita) zijn (Tathagata bhasita), die diepgaand (gambhira) zijn, diep in betekenis (gambhirattha) zijn, bovenwerelds (lokuttara) zijn en over leegte (suññata) gaan. Ze zullen er niet graag naar luisteren (sussusati), ze zullen er geen luisterend oor voor hebben (odahati), ze zullen er niet hun geest (citta) op richten (upatthapeti) om ze te begrijpen (uggaheti). En ze zullen niet denken (maññati) dat die toespraken begrepen (uggaheti) en beheerst (pariyapunati) moeten worden.

Maar wanneer die toespraken worden gesproken (bhasita) die louter poëzie (kaveyya) zijn, samengesteld door dichters, prachtig in woorden en zinnen (akkhara), gecreëerd door buitenstaanders, gesproken door (hun) discipelen[1], zullen ze gretig zijn om ernaar te luisteren, ze zullen er een luisterend oor voor hebben, ze zullen er hun geest op richten om ze te begrijpen. En zullen ze denken dat die toespraken begrepen en beheerst moeten worden.

Op deze manier, monniken, zullen de toespraken die door de Tathagata zijn gesproken, die diepgaand zijn, diep in betekenis zijn, bovenwerelds zijn en over leegte gaan, zal het bestaan ervan (bhavati) verdwijnen (antaradhana).

Daarom (tasmatiha), monniken, moeten jullie jezelf als volgt trainen (sikkhati): 'Wanneer de toespraken van de Tathagata worden gereciteerd, die diepgaand zijn, diep in betekenis zijn, bovenwerelds zijn en over leegte gaan, zullen we er graag naar luisteren, we zullen er ons oor naar richten en onze geest erop richten om ze te begrijpen. En we zullen denken dat die toespraken begrepen en beheerst moeten worden.' Dit is, monniken, hoe jullie jezelf moeten trainen (evañhi vo, bhikkhave, sikkhitabban).

Eindnoten

[1] Spk interpreteert savakabhasita als tesam tesam savakehi bhasita, verwijzend naar de buitenstaanders (bahiraka). Spk-pt verduidelijkt: 'Door de discipelen van hen die niet bekend stonden als discipelen van de Boeddha.'

Document info
RegID S20-007
Bijgewerkt 28 juni 2025 09:30:48
Auteur Peter van LoosbroekAnanda
Locatie www.sleuteltotinzicht.nl
Copyright Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm
Overig Geen