De brahmaan die als monnik aangesproken wilde worden
De context voor deze pagina volgt t.z.t.
266. Iemand is geen monnik omdat hij bij anderen om aalmoezen bedelt. Door een afstotend geloof te omhelzen wordt iemand geen monnik.
na tena bhikkhu hoti yavata bhikkhate pare vissam dhammam samadaya bhikkhu hoti na tavata
Niemand wordt een monnik (bhikkhu) omdat hij bij anderen om voedsel bedelt. Ondanks het feit dat hij bedelt, wordt een individu geen monnik zolang hij een verderfelijke leer aanhangt. Dit vers sprak de Boeddha tot een brahmaan die vond dat de Boeddha ook hem een monnik diende te noemen omdat ook hij bedelt, net zoals een boeddhistisch monnik.
267. Wie boven goede en slechte daden is uitgestegen en het heilige leven nastreeft, die de wereld op een wijze manier bespiegelt; zulk een persoon wordt terecht 'bhikkhu' genoemd.
yo'dha puññañca papañca bahetva brahmacariyava sankhaya loke carati sa ve bhikkhu'ti vuccati
Wie boven goed en slecht is uitgestegen en het pad van de hogere discipline betreedt, hij die wijselijk de wereld beschouwt, die persoon verdient het inderdaad om monnik te worden genoemd.
Deze detailpagina wordt z.s.m. uitgewerkt.
RegID | Dhp266-267 |
---|---|
Bijgewerkt | 18 november 2020 14:29:02 |
Auteur | Peter van Loosbroek — Ananda |
Locatie | www.sleuteltotinzicht.nl |
Copyright | Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm |
Overig | Geen |