Falen

Vipatti Sutta

Eens verbleef de Gezegende nabij Savatthi in het Jetavana, het park van Anathapindika. Daar wendde hij zich tot de monniken:

Deze zeven dingen, monniken, leiden tot (samvattanti) het falen (vipatti) van een lekenvolgeling (upasaka). Welke zeven?

1. Hij verzuimt de monniken te zien. 2. Hij verzuimt te luisteren naar de ware Dhamma. 3. Hij traint zich niet in de hogere moraliteit (adhisila sikkha). 4. Hij is zeer ontevreden over de monniken, of het nu Thera's zijn, pas ingewijden of van gemiddelde rang. 5. Hij luistert met een vijandige geest naar de Dhamma, op zoek naar gronden voor kritiek. 6. Hij zoekt naar iemand die offergave waardig is onder buitenstaanders. 7. Hij voert daar als eerst (verdienstelijke) daden uit^[1]. Dit, monniken, zijn de zeven dingen die leiden tot het falen van een lekenvolgeling.

Deze zeven dingen, monniken, leiden tot het succes (sampada) van een lekenvolgeling. Welke zeven?

1. Hij verzuimt niet de monniken te zien. 2. Hij verzuimt niet naar de ware Dhamma te luisteren. 3. Hij traint zich in de hogere moraliteit. 4. Hij is zeer tevreden met de monniken, of het nu Thera's zijn, pas ingewijden of van gemiddelde rang. 5. Hij luistert naar de Dhamma zonder een vijandige geest, zoekt geen gronden voor kritiek. 6. Hij zoekt niet naar iemand die offergave waardig is onder buitenstaanders. 7. Hij voert hier als eerst (verdienstelijke) daden uit. Dit, monniken, zijn de zeven dingen die leiden tot het succes van een lekenvolgeling.

Eindnoten

^[1] Hij geeft eerst aan degenen die andere religies volgen, en daarna pas aan de monniken.