Over Udayin

Udayi Sutta

Eens, toen de Gezegende te Kosambi verbleef, in het klooster van Ghosita, zat de eerwaarde Udayin daar te midden van een grote groep lekenvolgelingen. Hij onderwees hen de Dhamma. Toen de eerwaarde Ananda dit zag, ging hij naar de Gezegende. Toen hij bij hem aankwam, maakte hij een diepe buiging en nam plaats aan zijn zijde. Toen hij daar zat, zei hij tegen de Gezegende: "Heer, de eerwaarde Udayin zit te midden van een grote groep lekenvolgelingen en onderwijst hen de Dhamma." Hierop zei de Gezegende het volgende:

"Ananda, het is niet gemakkelijk om de Dhamma te onderwijzen. De Dhamma mag alleen aan anderen onderwezen worden door iemand waarin vijf kwaliteiten gegrondvest zijn. Welke zijn deze vijf?"

1. "De Dhamma moet onderwezen worden met de volgende intentie: 'Ik zal een stap voor stap opgebouwde toespraak houden.'"
2. "De Dhamma moet onderwezen worden met de volgende intentie: 'Ik zal goedgegrond spreken (met uitleg van oorzaak en gevolg).'"
3. "De Dhamma moet onderwezen worden met de volgende intentie: 'Ik zal spreken vanuit mededogen.'"
4. "De Dhamma moet onderwezen worden met de volgende intentie: 'Ik zal niet spreken vanwege wereldse voordelen.'"
5. "De Dhamma moet onderwezen worden met de volgende intentie: 'Ik zal niet spreken wanneer ik mijzelf of anderen daardoor in diskrediet breng^[1].'"

"Ananda, het is niet gemakkelijk om de Dhamma te onderwijzen. De Dhamma mag alleen aan anderen onderwezen worden door iemand waarin deze vijf kwaliteiten gegrondvest zijn."

Eindnoten

^[1] Hier wordt het onterecht bekritiseren van iemand bedoeld. Men moet dan ook niet verkeerd begrijpen dat verkeerd gedrag niet bekritiseerd mag worden, wat terecht is. Het is niet het bekritiseren waardoor iemand in diskrediet gebracht wordt, maar het verkeerde gedrag van de persoon zelf. Wanneer bijvoorbeeld een monnik een gedrag vertoont dat in strijd is met de Dhamma, heeft dit, afgezien van de ernst van het gedrag, zeer negatieve gevolgen. Want daardoor wordt een verkeerd beeld van de Boeddha en de Dhamma afgegeven met zeer schadelijke gevolgen van dien. Het niet bekritiseren van zo'n verkeerd gedrag op zich, is ontkenning (moha) van wat er gaande is. Dit 'wegkijken' heeft als directe oorzaak zintuiglijke verlangens (kamacchanda) hetgeen gevaar (adinava) inhoudt. Voor iemand die voor waarheid gaat (wat de bedoeling in de Leer is), staat waarheid altijd op nummer 1.